Borstvoedingspauzes

De huidige regeling is volgens de Raad voor gelijke kansen dringend aan herziening toe.

Een werkneemster die haar kind borstvoeding blijft geven nadat zij weer aan het werk is gegaan, heeft recht op pauzes (één of twee pauzes van 30 minuten per dag, naargelang het werk 4 uur of meer duurt) die haar in de praktijk in staat stellen haar melk af te kolven. Momenteel kunnen deze pauzes worden gebruikt tot het kind 9 maanden oud is.

De Wereldgezondheidsorganisatie en UNICEF zijn van mening dat borstvoeding moet worden aangemoedigd tot het kind 2 jaar oud is. Daarom heeft de federale minister van Werk aan de Raad voor Gelijke Kansen, een adviesorgaan van de federale regering, gevraagd of CAO nr. 80 van de Nationale Arbeidsraad, die de borstvoedingspauzes in de privésector regelt, dienovereenkomstig moet worden gewijzigd.

In advies nr. 165 van het bureau van de Raad van 9 september 2022 wordt zonder aarzelen aanbevolen de suggestie van de internationale organisaties te volgen en de maximumleeftijd op twee jaar te brengen. Bovendien moeten de huidige bepalingen worden herzien en aangevuld.

Enerzijds stemt het recht op borstvoedingspauzes niet overeen met de werkelijkheid voor zover niet elke betrokken werknemer toegang heeft tot een ruimte die is uitgerust met een wastafel en een koelkast en die de nodige privacy garandeert, zoals bepaald in artikel III.1.62 van de Codex over het welzijn op de het werk, die van toepassing is in het hele land voor de privé en de openbare sector. Er zijn voldoende aanwijzingen dat dit artikel zeer ongelijk of zelfs helemaal niet wordt toegepast. Vandaar dat de Raad de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg aanbeveelt om alle werkgevers,  uit de privé en de openbare sector,  en werknemers aan deze bepalingen te doen herinneren alvorens het toezicht te versterken dat door de Controle op het Welzijn op het Werk wordt uitgeoefend.

Anderzijds is CAO nr. 80 niet van toepassing op de openbare diensten, op enkele uitzonderingen na. Het is dus aan elk van de verschillende autoriteiten om gelijkwaardige regels vast te stellen. Terwijl sommigen dat prompt hebben gedaan, zoals de federale overheid voor haar administratieve overheidsdienst, blijken sommigen daar twintig jaar later van af te zien. De Raad beveelt dan ook aan het recht op borstvoedingspauzes op te nemen in hoofdstuk IV (Bescherming van het moederschap) van de Arbeidswet van 16 maart 1971, voor werkgevers en werknemers die niet onder de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten vallen. Als dat niet  gebeurt, dan zal elke autoriteit de administratieve situatie en de vergoeding of compensatie voor onderbrekingen zelf moeten regelen.

 

www.raadvandegelijkekansen.be

 

Contactpersoon: jean.jacqmain@cgspacod.be    

Moederschap

Gerelateerde artikels

Heb je opmerkingen of vragen? Wij helpen je graag verder.

Contacteer ons