Nieuwsbericht 1 maart 2024

Advies 172 van 9 februari 2024 van het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen betreffende de Richtlijn EU 2023/970 van 10 mei 2023 tot versterking van de toepassing van het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijke of gelijkwaardige arbeid door middel van beloningstransparantie en handhavingsmechanismen (PB 17.05.2023).            

Opvolging van advies 155 van de Raad van 25 juni 2021 en van advies 161 van de Raad van 22 oktober 2021

 

Het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen heeft op 9 februari het Advies 172 goedgekeurd. Het Advies handelt over de omzetting van Richtlijn 2023/970 van 10 mei 20223. Met deze Richtlijn wordt het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijke of gelijkwaardige arbeid door middel van beloningstransparantie en handhavingsmechanismen versterkt.

De Raad van de Gelijke Kansen heeft reeds op 25 juni 2021 het advies nr 155 en op 22 oktober 2021 het advies nr 161 uitgebracht. In deze adviezen werd het voorstel van Richtlijn ontleed en werd gewezen op een aantal hefbomen en opportuniteiten om de loonongelijkheden te dichten zoals de engagementen in het Regeerakkoord van 2020 omtrent de strijd tegen de loonkloof. Huidig advies 172 ligt in het verlengde van de adviezen 155 en 161 en handelt over de omzetting van de Richtlijn.  De drie adviezen vormen één geheel. Het is gericht aan alle beleidsverantwoordelijke ministers van alle niveaus die bij de omzetting van de richtlijn betrokken zijn

 

Recente cijfers tonen aan dat er nog steeds een aanzienlijke loonkloof bestaat. Volgens het loonkloofrapport van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen van 2023 bedraagt deze 8%. Met dit resultaat zit België ver onder het Europees gemiddelde van 16%. Maar de loonkloof op basis van uurlonen zegt niet alles. Als de loonkloof op basis van jaarlonen wordt berekend en er rekening gehouden wordt met deeltijds werk, is de loonkloof veel groter (22%) en is er de laatste jaren een stagnatie. Een belangrijk deel van de verklaring van de loonkloof ligt dan ook bij deeltijds werk met nog steeds een overwicht van vrouwen. De Belgische arbeidsmarkt is een sterk gesegregeerde arbeidsmarkt en daar zit weinig of geen beweging in.

 

Met de Richtlijn wordt de mogelijke loonongelijkheid op ondernemingsniveau zichtbaar gemaakt en krijgen de slachtoffers van discriminatie een betere toegang tot de rechter. Werknemers krijgen het recht hun werkgever om informatie te vragen over hun individuele loonniveau en er komt een verplicht op te stellen tweejaarlijks analyserapport van de bezoldigingsstructuur op ondernemingsniveau. Bij ontbreken ervan is het aan de werkgever om aan te tonen dat er geen sprake is van discriminatie op het gebied van het loon. Het is interessant om vast te stellen dat de vorige adviezen van de Raad in de definitieve tekst van de Richtlijn een aantal antwoorden vonden zoals de voorrang die aan het sociaal overleg wordt gegeven voor de omzetting in Belgisch recht en er komt eindelijk een definitie van “werk van gelijke waarde”.  

Nu de Richtlijn is goedgekeurd dringt de Raad erop aan om zo vlug mogelijk te starten met de omzetting in Belgisch recht. De omzetting wordt een moeilijke en complexe oefening. De “gender” wet van 10 mei 2007, de collectieve arbeidsovereenkomst n°25 van de Nationale Arbeidsraad en tal van andere wetten moeten aangepast worden. Vooreerst moet voorrang verleend worden aan het sociaal overleg en moet er voldoende tijd worden ingelast om de NAR te raadplegen en vervolgens het sectorale en het ondernemingsniveau. Er moet ook rekening worden gehouden met de verdeling van bevoegdheden op het federaal niveau en op het niveau van de Gemeenschappen en Gewesten. Zowel de privé-sector als de openbare sector vallen onder het toepassingsgebied.

De overheid heeft een voorbeeldfunctie. De Raad adviseert om tot een algemene dialoog te komen tussen de overheden en de representatieve vakbonden en te onderhandelen in overeenstemming met de verschillende wettelijke syndicale statuten.

De Raad steunt de vraag van de NAR om tijdens het Belgisch EU-Voorzitterschap een volwaardige deelname van de sociale partners aan de conferentie over de Europese pijler van sociale rechten.

De Raad richt een aantal aanbevelingen aan de overheid wat betreft de ondersteuning aan bedrijven bij de uitvoering van de nieuwe regels inzake genderneutrale functieclassificatie- en beoordelingssystemen en monitoring- en handhavingsmechanismen.  Volgens de Richtlijn moet de lidstaten er in de toekomst voor zorgen dat de analyse-instrumenten of -methoden beschikbaar zijn voor de beoordeling en vergelijking van de waarde van arbeid. Zo kan de overheid, in overleg met het Instituut voor de Gelijkheid van Mannen en Vrouwen, aan vakbonden/werknemersvertegenwoordigers en werkgevers richtsnoeren, opleiding en instrumenten verstrekken die hen in staat stellen genderneutrale functiewaarderingen uit te voeren.

 

Na de omzetting van de Richtlijn in Belgisch recht vraagt de Raad aan de overheid een voorlichtings- en bewustmakingscampagne te organiseren over de rechten en plichten die eruit voortvloeien. De campagne moet toegankelijke en gerichte informatie verstrekken over hoe de rechten moeten worden uitgeoefend en de verplichtingen moeten worden nagekomen door alle belanghebbenden.

 

Tot slot dringt de Raad erop aan de onderliggende oorzaken van de loonkloof niet uit het oog te verliezen zoals de horizontale en verticale segregatie, de combinatie gezin en arbeid, deeltijds werk…  en die blijvend als een prioriteit op het politieke agenda te houden.  

 

 

Contactpersonen:

 

Annemie Pernot annemie.pernot@skynet.be

 

Jean Jacqmain jean.jacqmain@cgspacod.be

 

Site van de Raad :

 

www.raadvandegelijkekansen.be

 

Advies 172:

https://raadvandegelijkekansen.be/media/477/download?inline

 

 

 

 

Arbeid

Heb je opmerkingen of vragen? Wij helpen je graag verder.

Contacteer ons