Federaal openbaar ambt: verlof bij zwangerschapsverlies                      

Een koninklijk besluit van 9 juni 2024, dat van toepassing is op alle personeelsleden van de federale administratieve diensten en gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad van 28 juni met ingang op 1 juli, kent aan elk lid van een ouderpaar 2 werkdagen verlof toe in geval van een (spontane of om medische redenen opgewekte) miskraam vóór de 181e dag van de zwangerschap. Deze goedbedoelde vernieuwing is bedoeld om de betrokkenen, die niet kunnen genieten van het verlof in geval van aangifte van een doodgeboren kind na de 180e dag (zie advies nr. 154 van de Raad), in een pijnlijke situatie te helpen.

De regering weigerde echter een ernstige tekortkoming in het ontwerp van Koninklijk Besluit (waarover de Raad niet werd geraadpleegd) te verbeteren, ondanks de opmerkingen van de vakbonden tijdens de onderhandelingen. Om recht te hebben op het verlof, moet het andere lid van het koppel de gebeurtenis enkel melden aan de dienst waar hij of zij onder valt. Het slachtoffer van het miskraam daarentegen moest vooraf haar zwangerschap hebben gemeld. De Code Welzijn op het Werk legt een dergelijke verplichting echter alleen op met het oog op het voorkomen van gezondheidsrisico's en legt geen sancties op als de verplichting niet wordt nageleefd.

Bijgevolg zou de letterlijke toepassing van het Koninklijk Besluit van 9 juni 2024 ertoe kunnen leiden dat het verlof wordt geweigerd aan het slachtoffer van het zwangerschapsverlies maar wel wordt toegekend aan het andere lid van het koppel. Erger nog, er zou zelfs sprake kunnen zijn van discriminatie tussen twee slachtoffers afhankelijk van het al dan niet aangegeven zijn van de zwangerschap. De Raad zal dan ook een snelle wijziging van de tekst aanbevelen.

Omdat het Koninklijk Besluit een zeer beperkte draagwijdte heeft, gaat het niet in op het probleem van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een miskraam. De Raad had hiervoor aandacht gevraagd in zijn advies nr. 148; in negen jaar tijd hebben de opeenvolgende regeringen hierop niet op gereageerd.